Statuten

Artikel 1 – Naam, zetel en duur

 

1.         Tomastafel is een stichting

2.         Zij is gevestigd te Best

3.         Zij is opgericht voor onbepaalde tijd.

4.         Zij is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel te Eindhoven 

 

Artikel 2 – Doel

 

1.           De stichting is opgericht om landelijk Beraad mogelijk te maken over medemensvriendelijk gedrag.

 2.           De stichting tracht haar doel te bereiken door lokaal c.q regionaal discussies en dialogen te organiseren over onderwerpen die het geweten raken en  die in deze tijd opduiken bij mensen van alle gezindten en overtuigingen.

 3.          De stichting heeft het maken van winst uitdrukkelijk niet ten doel.

 

Artikel 3 - Vermogen                                                                                                    

 

Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:                              

1.    het stichtingskapitaal;                                                                                      

2.    subsidies en dona­ties;                                                                                    

3.    erfstellingen, legaten en schenkingen;                                                       

4.    eventuele andere verkrijgingen en baten.                                                 

 

Artikel 4 - Bestuur                                                                                                          

 

1.     Het bestuur van de stichting bestaat uit minstens drie  leden. Het aantal leden wordt met inachtne­ming van het in de vorige zin bepaalde door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.

2.     Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penning­meester.    

3.    Bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie  jaar, waarbij het bestuur een rooster van aftreden opstelt. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. Een tussentijds benoemd bestuurslid neemt op het rooster de plaats in van de voorganger.

4.     Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblij­vende bestuursleden met algemene stemmen binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) opvolger(s).

5.     Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbre­ken, dan vormen de overblij­vende bestuursleden, of vormt het enige overblij­vende bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 7.                                              

6.     De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

7.     Niet tot bestuurslid benoembaar zijn personen die in dienst zijn of betaald werk ten behoeve van de stichting verrichten.

 

Artikel 5 - Bestuursvergadering en bestuursbesluiten                                       

 

1.     De bestuursvergaderingen worden gehouden te Best of omgeving, of elders indien alle bestuurs­le­den daarmee instemmen.                                                                

2.     Ieder kalenderjaar wordt tenminste één vergadering gehouden.            

3.     Vergade­ringen zullen voorts worden gehouden, telkens wanneer de voorzitter dit wenselijk vindt of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergade­ring bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formali­teiten. (art 4 en 5)                              

4.     De oproeping tot de vergadering geschiedt behoudens het in lid 3 bepaalde door de voorzitter, voor zover mogelijk tenminste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een email bericht of een telefonische uitnodiging.                                                                                                           

5.  De oproe­p vermeldt , behalve plaats en tijdstip van de vergade­ring, de te behandelen onderwerpen.                                                                                                       

6.     Indien de door de statuten aangegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen  in een bestuurs­vergade­ring alleen dan geldige besluiten worden genomen wanneer alle in functie zijnde bestuursleden aanwe­zig zijn en enkel met algemene stemmen.                                                                      

7.     De vergade­ringen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid wijst de vergade­ring zelf haar voorzitter aan.                                                                                        

8.     Van het behandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aange­zocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen die in de vergadering als voorzitter en als secretaris hebben gefungeerd.                                                                            

9.     Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de in functie zijnde bestuursleden in meerderheid ter vergadering aanwezig of verte­gen­woor­digd zijn. Een bestuurslid kan zich tijdens een vergadering door een medebestuurslid laten vertegen­woordigen onder overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtig­de optreden.

10.  Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursle­den in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, of per e-mail hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. 

11.  Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zo ver deze statuten geen grotere meerderheid voorschrij­ven worden alle bestuursbe­sluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.

12.  Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

13.  Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

14.  In alle geschillen omtrent stemmin­gen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.                                                                                                                               

 

Artikel 6 - Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging                                 

 

1.     Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.                           

2.     Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten om registergoederen te kopen, vervreemden of bezwaren.                                                                                 

3.     Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt.                    

 

Artikel 7 – Bestuurs verdeling                                                                                   

 

Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte. De vertegen­woordi­gings­bevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris, of de voorzitter tezamen met de penningmeester, en bij hun belet of ontstentenis hun daartoe door het bestuur uit zijn midden aangewezen plaatsvervanger.                                                                   

 

Artikel 8 - Einde bestuurslidmaatschap                                                                  

 

Het bestuurslid­maatschap eindigt:                                                                         

1.    door overlijden van een bestuurs­lid;

2.    bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;

3.    bij schriftelijke ontslagne­ming (bedanken);

4.    alsmede bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

 

 

 

Artikel 9 - Boekjaar en jaarstukken                                                                          

 

1.     Het boekjaar van de stichting loopt van één januari tot en met eenendertig december van het zelfde jaar.

2.     Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penning­meester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opge­maakt, welke jaarstukken binnen twee maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.                                                                    

3.     Het bestuur laat de boeken van de stichting onderzoeken door een externe deskun­dige die van zijn bevindingen aan het bestuur verslag doet.                                            

4.     De jaarstuk­ken worden door het bestuur vastgesteld nadat het heeft kennis genomen van het door de externe deskundige uitgebrachte verslag.                                     

 

Artikel 10 - Reglement                                                                                                  

 

1.     Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.                                          

2.     Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.            

3.     Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.

4.     Bij de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is dezelfde meerderheid vereist  als bepaald in artikel 11 lid 1.                                                                                    

 

Artikel 11 - Statutenwijziging                                                                                     

 

1.     Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met algemene stemmen in een vergade­ring, waarin alle bestuurs­leden aanwezig of vertegen­woordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.          

2.     De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.

3.     De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wij­zi­ging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het Openbaar Stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft.

 

Artikel 12 - Ontbinding en vereffening                                                                    

 

1.     Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.                                                   

2.     De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffe­ning van haar vermogen nodig is.                                                                                              

3.     De vereffening geschiedt door het bestuur.                                                  

4.     De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrij­ving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 11 lid 3.                                    

5.     Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.                                                                                                                                     

6.     Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.                                                   

7.     Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbon­den stichting gedurende dertig jaren berusten onder de jongste vereffenaar.              

 

Artikel 13 - Slotbepalingen                                                                                         

 

In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voor­zien, beslist het bestuur.